De gevolgen van het coronavirus voor werkgevers en werknemers

De afgelopen maanden zijn meerdere arbeidsrechtelijke conflicten tussen werkgevers en werknemers over de gevolgen van het corona virus ontstaan. Een aantal conflicten is aan de kantonrechter voorgelegd.

Een groot deel van deze zaken ging over de vraag of de werknemer – in de periode dat er geen werk voorhanden was door de coronacrisis – recht had op zijn (volledig) loon.

Hierna zal op een paar belangrijke zaken worden ingegaan. Het komt er op neer dat de werknemer bij een loonvorderingsprocedure in corona zaken bijna altijd in het gelijk wordt gesteld. 

iPhone XS met loonstrook

Eerste rechtszaak

De eerste rechtszaak betrof een Turkse broodjeszaak in het centrum van Amsterdam die voornamelijk gericht was op toeristen. In één keer viel alle omzet weg. En ook moest de broodjeszaak op grond van de overheidsmaatregelen tot eind april dicht. Er werd door de werkgever besloten 50% van het loon aan de werknemers uit te betalen.

Een van de werknemers, een student, was het daarmee niet eens. Hij wilde gewoon 100% van zijn loon ontvangen en hij startte een procedure bij de kantonrechter. De kantonrechter oordeelde dat een zogeheten zwaarwichtig belang van de werkgever (in dit geval een onvoorziene bedrijfseconomische noodsituatie door de corona crisis) met zich mee kan brengen dat werknemers moeten meewerken aan het inleveren van loon. 

Echter, het eenzijdig en zonder overleg met de werknemers besluiten dat nog maar 50% van het loon werd uitbetaald vond de rechter niet redelijk. Van de student kon niet worden verwacht dat hij meerdere maanden moest instemmen met de uitbetaling van slechts 50% van zijn loon. De kantonrechter oordeelde dat de student recht had op 100% van zijn loon.   

Tweede uitspraak

Meteen een dag later volgde een tweede uitspraak van een andere kantonrechter. Deze oordeelde  over de vraag of een werknemer recht had op loon tijdens een periode waarin er, als gevolg van de corona, geen werk meer was. 

Het ging om een valkenier die in een natuurpark werkzaam was. Het park werd in het voorjaar gesloten en er waren geen vogelshows meer. Tot 18 mei 2020 was er geen werk voor de valkenier. Hij ontving geen loon van zijn werkgever. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever verplicht is loon te betalen zelfs als de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht. Dit is alleen anders als het niet verrichten van de arbeid in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen (dit oordeel is gebaseerd op een per 1 januari 2020 gewijzigd wetsartikel 7:628 BW). 

Naar het oordeel van de kantonrechter was het feit dat de valkenier geen arbeid had verricht, gelet op alle omstandigheden (waaronder de door het natuurpark genomen maatregelen in verband met de coronacrisis) niet zijn schuld. Ook hier oordeelde de kantonrechter dat het loon van de werknemer alsnog moest worden uitbetaald.  

YouTube afbeelding Faris
Video afspelen

(financiële) risicoverdeling tussen de werkgever en werknemers.

Er volgden nog een aantal uitspraken over de uitbetaling van loon tijdens de corona crisis. Zo oordeelde de kantonrechter in Rotterdam dat een kapster in een kapsalon recht had op loon. Het was niet redelijk dat de sluiting van de kapsalon vanwege overheidsmaatregelen en de hierdoor verminderde inkomsten van het bedrijf voor rekening van werknemer behoorden te komen. Ook hier was de werkgever verplicht het loon door te betalen.

In een zaak waarbij een oproepkracht die toeristen in de Keukenhof rondleidde niet meer werd opgeroepen oordeelde de kantonrechter dat de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid was (zie hierboven in de kwestie van de Turkse broodjeszaak). Het feit dat de Keukenhof in aanmerking was gekomen voor de NOW-regeling bracht echter met zich mee dat het loon van de oproepkracht sowieso moest worden uitbetaald.

Uit het voorgaande blijkt dus dat de loonvorderingen van de werknemers steeds volledig worden toegewezen.   

Door juristen wordt inmiddels regelmatig over deze nieuwe arbeidsrechtelijke corona vraagstukken geschreven. De gedachte is dat er een (financiële) risicoverdeling tussen de werkgever en werknemers zou moeten komen in dit soort buitengewone omstandigheden. Zo zou bijvoorbeeld 70% van het salaris door de werkgever kunnen worden doorbetaald. Sommige kantonrechters doen al een voorzet voor een andere uitkomst in een zaak waar het volledige loon moet worden uitbetaald aan de werknemer.

Zo blijkt uit de zaak van de student in de Turkse broodjeszaak dat de kantonrechter mogelijk anders had geoordeeld wanneer de werkgever van tevoren met de werknemers in gesprek was gegaan over een (tijdelijke) loonsverlaging. Mogelijk waren de kantonrechters in de andere besproken zaken ook tot een ander oordeel gekomen als de werkgevers in een dergelijke situatie (beter) overleg met hun werknemers hadden gevoerd, de onvoorziene omstandigheden goed gemotiveerd waren en een redelijk voorstel was gedaan om het loon tijdelijk te verlagen.

Mocht je als werkgever in een soortgelijke situatie terecht komen dan is het verstandig om met deze zaken rekening te houden. Op deze manier kan mogelijk met succes een tijdelijke loonsverlaging worden doorgevoerd. Let op dat de lat voor de werkgever wel hoog ligt om tot het gewenste resultaat te kunnen komen.

Als je nog vragen over dit onderwerp heeft neem dan gerust contact met ons op.

Onze mensen

Heb je vragen over dit onderwerp?

Wil je gebruik maken van onze salarisapplicatie? Onze specialisten zijn je graag van dienst. Neem geheel vrijblijvend contact met ons op.